Daags na zijn derde plek in Milaan-San Remo koos Wout Van Aert ervoor om in de vroege uurtjes een stevige looptraining af te werken. Paul Van Den Bosch legt uit waarom steeds meer renners de loopschoenen aantrekken.
9,98 kilometer aan een gemiddeld tempo van 13,2 km/h, langs de Italiaanse kust. Er zijn er maar weinigen die zo snel kunnen lopen, maar voor Wout Van Aert was het een doodnormale training, de ochtend na Milaan-San Remo. En hij is niet de enige renner die af en toe een loopsessie in zijn trainingsschema inplant. "Er is een duidelijke trend", vertelt trainer en bewegingswetenschapper Paul Van Den Bosch in Het Laatste Nieuws.
HART
"Het stimuleert het hart, de bloedsomloop en het ademhalingssysteem. In die zin is het heel goed voor de algemene conditie.", legt Van Den Bosch uit. Toch raadt hij het niet elke renner aan. "Wie het niet gewend is en plots twee of drie keer in de week gaat lopen, riskeert heel snel geblesseerd te raken. De kans op overbelasting van botten, pezen, voeten, enkels en knieën is dan zeer groot. Ook in het seizoen raad ik het niet aan. Ik vind het vooral een goeie wintertraining."
BOTTEN
Mathieu Heijboer, Head of Performance bij Jumbo-Visma, vertelt dat hardlopen bovendien goed zou zijn voor sterkere botten. "Renners hebben vaak last van Osteoporose omdat er tijdens het fietsen en koersen geen impactbelasting is en de botstructuur daardoor langzaam aan sterkte verliest. Dat verhoogt de kans op breuken bij een val."
ONTSPANNING
Tot slot is er het mentale aspect. "Veel renners zien lopen als een vorm van ontspanning. Ze moeten dan even niet aan hun fiets denken en werken toch aan hun conditie", aldus Paul Van Den Bosch.