Tegenover Het Nieuwsblad verklaarde Kopecky waarom ze vandaag per se wou starten. “Ik ben iemand die haar zinnen moet kunnen verzetten en op de fiets lukt dat aardig. Het was op een of andere manier prettig om bij de ploeg te kunnen komen en toch een beetje te kunnen lachen en zo weinig mogelijk aan hem te denken. En ik wou koersen”, zo klonk het daar.
Zoals gezegd won Kopecky dus zelfs op overtuigende wijze, al had ze daar vooraf zeker niet aan gedacht. “Het was misschien een beetje een manier om mij af te reageren. Ik stond niet aan de start om de wedstrijd te winnen, dat was het laatste waaraan ik dacht. Ik wilde gewoon koersen en als team was het de bedoeling om de wedstrijd te maken.”
Waar er na een zege normaliter een gevoel van vreugde overheerst was dat nu begrijpelijk evenwel niet het geval. “Ik weet eigenlijk niet hoe ik mij nu moet voelen”, verklaarde Kopecky. “Door de benen die ik vandaag had, leek het of we met twee reden. Ik had geen supergevoel, maar plots voelde ik mij enorm sterk. Ik weet niet waar ik het vandaan haalde. Ik hoop dat ik Seppe op de een of andere manier toch een beetje trots heb kunnen maken.”