Ze zorgen steeds voor een stevige portie extra interesse, en is het dus niet meer dan logisch dat Wout van Aert en Mathieu van der Poel ook een mooie som aan startgeld kunnen vragen. Hoeveel bedragen die nu precies?
Valse geruchten
Want zo kwam er onlangs een opmerkelijk gerucht uit de bus. Bij het Italiaanse La Gazzetta dello Sport – toch een bijzonder respectabele sportkrant – zou er vanaf dit jaar een flinke schep zijn bovenop gekomen wat betreft die startgelden.
Zij maakten immers gewag van het feit dat Van der Poel intussen maar liefst 50.000 (!) euro zou vragen om aan een veldrit deel te nemen. Dat zou dan bijna het driedubbele zijn van wat er voorheen werd gevraagd.
Maar die geruchten blijken niet te kloppen. "Dat is pure quatsch”, zegt een betrokkene bij HLN. “Zowel voor Wout als voor Mathieu betaal je tegenwoordig 20.000 euro startgeld per cross. Als ze al willen komen in functie van hun voorbereiding op het nieuwe wegseizoen, want ze hebben dit zijzoen maar een handvol crossen aangestipt. Voor die mannen is cyclocross bijzaak geworden."
Nog steeds een monstersom
En zo lijken hun verdiensten op het vlak van startgeld dus wel ongeveer gelijk te lopen met de voorbije seizoenen. Niet verwonderlijk zijn Van Aert en Van der Poel wel de absolute grootverdieners op dat vlak, met dus een som van zo’n 20.000 euro. Eli Iserbyt kreeg als Belgisch kampioen ‘amper’ zo’n 6.000 euro, Thibau Nys ontvangt 4.000 euro.
Maar het bedrag voor Van Aert en Van der Poel betaalt zich dan ook dubbel en dik terug, door de extra toeloop aan supporters. "De toppers lokken meer toeschouwers en zorgen er dus onrechtstreeks voor dat er ook meer tickets, drank en snacks worden verkocht. Volgens die economische wetmatigheid is dat startgeld dan ook de logica zelve", klinkt er duidelijke taal.
"Kijk naar Gullegem. Op papier een van de kleinere crossen, maar dankzij Wout van Aert kregen ze met 15 000 toeschouwers wel één van de grootste opkomsten deze winter." Ze werden er bovendien ook voor beloond, want kwam er een spannende strijd tussen Van Aert en Iserbyt, die de Kempenaar in zijn voordeel wist te beslechten.