Patrick Lefevere zag de laatste maanden weer wat licht aan de horizon met de hoogvorm die Remco Evenepoel etaleerde in Luik en in Noorwegen. Het waren welgekomen overwinningen voor Quick-Step na een moeizaam verlopen voorjaar.
De Belgische formatie staat bekend voor een pak zeges in de klassiekers maar in jaargang 2022 ging het toch een pak moeizamer voor Quick-Step. Overwinningen kwamen er nog wel maar voornamelijk in de iets kleinere koersen. Lefevere zelf die bleef echter steeds zichzelf en kijkt nog altijd met een scherpe blik naar de wieleractualiteit. Zo zag hij ook dat Davide Rebellin deze week negentiende werd in de Giro dell’Appennino, op zijn vijftigste (!).De manager van Quick-Step heeft daar zo zijn bedenkingen bij. "Niemand moet een ander zijn rekening maken, maar ik weet een beetje wat zijn sportieve aspiraties Rebellin allemaal hebben gekost. Minstens één huwelijk. Ik vraag me oprecht af waarom Davide Rebellin als een Duracell-konijn steeds maar doorgaat. Koersen voor ploegjes uit Algerije, Kroatië of Koeweit, vaak heel ver buiten Europa. Dat is toch een afkooksel van wat hij in zijn beste jaren heeft gekend. We spreken soms over het jaar te veel, maar bij Rebellin is het ondertussen een decennium.”
OOK EIGEN RENNER AAN JAAR TEVEEL BEZIG
Maar ook over zijn eigen 'pupillen' is Lefevere kritisch, zo steekt hij niet onder stoelen of banken dat Keisse op dit moment van weinig waarde is. “Ik zeg het niet graag, maar binnen onze ploeg is Iljo Keisse op dit moment ook bezig aan het jaar te veel. Fysiek is het op, zijn rug is helemaal kapot. Hij kan nog op kop rijden, maar niet meer zoals vroeger. In de Ronde van Hongarije wonnen we twee ritten, maar Iljo had het daar ook moeilijk. Ik heb hem daar ook op aangesproken: Iljo, je wil volgend jaar ploegleider zijn, maar dan verwacht ik dat je dat nu al bent op de fiets. Maar in plaats van de lijnen uit te zetten, doe je het omgekeerde. Je stopt je weg in de koers." Zo klinkt het toch relatief hard uit de mond van Patrick Lefevere.