Op 15 september wordt in Hasselt de wegrit op het Europees kampioenschap verreden. De Belgische selectie daar voor succes moet zorgen werd dinsdag bekendgemaakt door bondscoach Sven Vanthourenhout.
Gekozen om niet te kiezen
Het nieuws was voordien al uitgelekt, maar Vanthourenhout heeft dus inderdaad voor een bijzonder atypische selectie gekozen, met in vier rassprinters, als we daar Wout van Aert gemakkelijkheidshalve even bijrekenen. Uiteraard is de Kempenaar in principe geen pure sprinter, maar ook hij heeft wel een meer dan gemiddeld eindschot.
Hoe dan ook kunnen we stellen dat de bondscoach gekozen heeft om niet te kiezen. En dan hebben we het voornamelijk over het feit dat zowel Jasper Philipsen als Tim Merlier van de partij zijn. Een bijzonder gewaagde zet, want beide heren zullen willen sprinten, als ze daar al toe komen met ook nog de aanwezigheid van een Van Aert.
Bij hem is het de bedoeling dat hij onderweg oorlog maakt, waar Jordi Meeus dan weer als lead-out zou worden uitgespeeld. Vermoedelijk als die van Philipsen, want ook Bert Van Lerberghe maakt deel uit van het gezelschap, de vaste lead-out van Merlier bij Soudal Quick-Step.
Here’s your Belgian squad for #Limburg2024! 🚀🚀🚀 #EuroRoad24 #FLCS pic.twitter.com/0OvAT0NGOf
— Limburg 2024 (@Limburg2024) August 27, 2024
Dilemma Merlier-Philipsen
Kunnen we deze keuze, of niet-keuze, hoe je het ook wil benoemen, begrijpen van Vanthourenhout? Uiteraard. Want zowel voor Merlier als voor Philipsen waren er eigenlijk geen argumenten om ze niet mee te nemen. Beide kennen ze alweer een topseizoen, waarbij die laatste sowieso al was beloofd om het EK te mogen rijden. Philipsen had immers ook op een olympische selectie gerekend.
Dan lag het voor de hand dat de bondscoach opnieuw met teleurstellend nieuws richting Merlier zou moeten trekken. Dat heeft hij dus duidelijk niet over zijn hart gekregen, en dat is politiek gezien misschien wel de beste keuze. Maar of het dat achteraf ook sportief zal blijken, daar mag toch de nodige argwaan over zijn.
Philipsen en Merlier waren enkele jaren ploeggenoten bij Alpecin, en ook daar al bleek dat twee hanen op één erf toch voor de nodige strubbelingen zorgt. Straks op het EK is het dan de bedoeling om ze elk hun sprint te laten rijden. Voor wie zo al eens een sprint bekeken heeft weet meteen dat het daar weleens bijzonder fout zou kunnen lopen.
Sowieso kan je met lege handen achterblijven – dat kan met één sprinter ook – maar elkaar op welke manier dan ook de das omdoen, dat zie je toch liever niet gebeuren. Toch best een gevaarlijk gegeven dus, waar we pas na het EK antwoord op zullen kunnen geven of dit het risico waard was.
Dilemma Philipsen-Van Aert
Al die mogelijke problemen zouden echter kunnen worden vermeden. Dat namelijk als het niet tot een pelotonsprint komt. Echter komen we daar in deze selectie meteen bij een nieuw heikel punt. Zo zal Van Aert worden uitgespeeld als aanvaller in de heuvelzone, maar is dat tegelijkertijd ook een parcours waar ook Philipsen wel raad mee zou moeten weten.
Opnieuw een potentiële situatie dus waar twee van onze kopmannen met elkaar in de clinch zouden kunnen komen. Daar houdt het wat betreft Philipsen-Van Aert overigens niet bij op. In de voorbije twee jaar lagen zij immers telkens in de clinch tijdens de Tour de France, waarbij het laatste akkefietje van deze zomer nog niet uitgeklaard zou zijn.
Dat maakt dan ook dat de gunfactor voor elkaar toch gevoelig lager ligt. Bovendien kan Van Aert het dan ook op persoonlijk vlak nog eens goed vinden met Merlier. Zoals gezegd: we zullen achteraf pas weten of Vanthourenhout zich hier al dan niet te ver in de gevarenzone heeft begeven, maar het mag alvast duidelijk zijn dat hij meteen wat ontmijningswerk te doen heeft.