Tadej Pogacar komt in deze Giro d’Italia aan de start als dé uitgesproken topfavoriet. Het gaat zelfs zo ver dat er zelfs geen concurrentie lijkt voor hem. Zo is er bijvoorbeeld geen Jonas Vingegaard, die hij terloops ook nog even een hart onder de riem wist te steken.
Pure horror
De Deen waartegen Pogacar nu al twee jaar vecht om de eindzege kwam immers zwaar ten val in De Ronde van het Baskenland, net als Remco Evenepoel en vele anderen. “Ik was samen met mijn vriendin Urska naar die rit aan het kijken. Toen de crash gebeurde, werd het heel stil. Het was echt horror. Verschrikkelijke beelden. Zoveel renners op de grond, die zelfs niet bewogen: vreselijk om te zien”, was ook Pogacar duidelijk geschokt.
“Jonas heeft het asfalt superhard geraakt, en erg zware blessures opgelopen. Dat zeggen ze toch in de media. Ik heb geen contact met hem gehad, ik denk dat hij wel wat privacy wil. Ik denk dat hij het zwaar heeft. Zoiets kan trauma’s opleveren”, aldus de Sloveen.
“Ik hoop dat hij de best mogelijke steun rond zich heeft. Familie, dichte vrienden ... Hij heeft een lang herstel te gaan, maar ik hoop dat hij goed herstelt. Je wil niet dat dit met iemand gebeurt.”
Voetjes op de grond
Terug naar de Giro dan waar zoals gezegd Pogacar geen concurrentie lijkt te hebben. Daar is hij het evenwel niet mee eens. “Bullshit. Het gaat niet enkel om mij of Team UAE. Ik vind die stelling ook niet respectvol naar de andere renners toe. Elke renner die hier aan de start staat, wil succes nastreven.”
Desondanks zit Pogacar wel boordevol vertrouwen. “Ik denk het wel (de beste versie van mezelf, nvdr). Ik voel mij goed op de fiets en geniet meer van het trainen en koersen dan de voorbije jaren. Dat zegt meestal veel.”