Wie de grote drie aan de start van een cross wil krijgen, moet een flinke som geld neertellen!
Startgelden in het veldrijden zijn al jaren voer voor discussie. Organisatoren betalen een fortuin om een wereldster aan de start te krijgen, omdat zij veel publiek aantrekken. In het geval van Wout van Aert en Mathieu van der Poel kan dat zelfs oplopen tot 20.000 euro per wedstrijd.
Makkelijk verdiend dus, aangezien de gemiddelde Belg daar ongeveer een jaar moet voor werken. Toch zouden Van Aert en Van der Poel Komende winter nog meer startgeld eisen. Dat vertelde Eli Iserbyt in een interview met Het Laatste Nieuws. "Ik heb vernomen dat Wout en Mathieu nog meer vragen dan vorig jaar", zei hij. "Al is het daarom niet zo dat ze dat ook zullen krijgen."
Begrip
Iserbyt kan hun hogere eisen wel begrijpen. "Veel crossers happen te snel toe op het eerste aanbod dat ze krijgen. Op die manier rijden ze onder hun prijs. Ik ben zo niet. Het gevaar is dat ze dan bij iedereen het startgeld naar beneden duwen en dat dan als maatstaf voor de volgende jaren beschouwen. Dat heb ik ook al tegen mijn collega’s gezegd."
Iserbyt wil zo'n scenario vermijden. "Ik vind het jammer dat andere crossers snel akkoord gaan met een verlaging van hun startgeld. De cross heeft een goed businessplan, je kunt er geld mee verdienen en dan is het logisch dat alles goed verdeeld wordt."