Tadej Pogacar is momenteel de ongenaakbare leider in de Giro d'Italia. Tijdens een persmoment op de rustdag maandag werd er hem gevraagd in welk mate zijn team al een rol speelde in zijn dominantie.
Na acht dagen in de roze trui is Pogacar het ondertussen al gewoon om de pers elke dag op rij te woord te staan. De goedlachse Sloveen werkt de vragen normaliter kalm en op een vriendelijke manier af, maar ook hij verliest soms zijn geduld. Zo stelde een journalist de vraag 'hoe belangrijk zijn ploeg al voor hem is geweest'.
Eén grote familie
"Ik ben het wel gewend dat ze mijn team onderschatten en vragen naar de kracht van onze ploeg, maar ze kunnen zeggen wat ze willen", begon Pogi zijn verweer. "We bewijzen keer op keer het tegenovergestelde dat we één van de beste ploegen zijn, ook als we niet met de allergrootste namen meedoen. Iedereen geeft alles en we hebben gewoon een heel sterke ploeg, waar ik heel content mee ben. Daarbij is de sfeer altijd heel goed, het voelt als één grote familie."
Tour de France
Daarnaast kreeg hij ook nog enkele vragen over de Tour de France en zijn grote concurrent Jonas Vingegaard, waarvan de revalidatie steeds beter gaat. "Ja, ik was heel blij om dat te zien. Ik kijk er naar uit om hem te treffen in de Tour, waar ik hem in goede vorm verwacht. Ik wil hem via deze weg nog het beste wensen en ik hoop dat hij snel weer goed kan fietsen en aan een hoogtestage kan denken."
En denkt Pogacar zelf al aan de Tour? "Ergens in mijn achterhoofd, zeker. Daarom ben ik zo blij met mijn voorsprong, zodat ik misschien iets defensiever kan rijden zonder over mijn limieten te gaan."