Mathieu van der Poel is de enige van de 'Grote Zes' die nog niet in actie is gekomen op de weg. De wereldkampioen maakt z'n seizoensdebuut op 16 maart in Milaan-Sanremo, maar blikte tijdens een interview met de UCI al eens terug op z'n rijkgevulde palmares.
Van der Poel is één van de meest veelzijdige renners in het huidige peloton. Wegwielrennen, veldrijden en mountainbiken, in alle drie de disciplines wil hij bij de wereldtop behoren. Het is echter nog maar de vraag of hij dit jaar kan deelnemen aan het WK mountainbiken. De zomer belooft immers bijzonder druk te worden.
"Ook heb ik meer tijd nodig om me aan te passen en mijn topniveau te bereiken op de mountainbike, want je zit op een andere fiets en dat is een grote verandering. Vorig seizoen heb ik het alleszins geprobeerd, maar maakte ik een week na mijn wereldtitel een domme valpartij op het WK MTB. Zo zie je maar dat niet altijd alles gaat zoals je wilt."
Een ander leven
MVDP blikte ook eens terug op zijn wereldtitel veldrijden van 2022 in Hoogerheide. "Die was heel speciaal want het veldritseizoen was tot dan toe erg moeizaam verlopen. Daarom was ik des te gelukkiger om dat op dat moment om te kunnen keren. Enkele jaren voordien (2015, red.) pakte ik in Tabor mijn eerste wereldtitel bij elite. Dat deed ik precies in een ander leven."
Doelen
Wat wil Van der Poel nog allemaal winnen vooraleer hij tevreden zijn fiets aan de haak kan hangen? "Dat is een moeilijk vraag. Sowieso wereldkampioen worden op de weg, zodat ik kan zeggen dat ik wereldkampioen geworden ben in de drie disciplines."
"Tot nog toe won ik al meer dan waar ik van droomde en probeer ik er nog wat grote zeges, zoals enkele Monumenten, aan toe te voegen. Ook de Olympische Spelen zijn een extra doel dit seizoen, ondanks dat mijn 'targets' wel hetzelfde blijven dit seizoen. De Spelen gaan maar een keer om de vier jaar door en het parcours moet me ook liggen."