De Wereldbekermanche van Waterloo werd gewonnen door Thibau Nys, maar kreeg vooraf heel wat kritiek te verwerken van Belgische crossteams. De oversteek naar de Verenigde Staten kost immers bakken vol geld en dat voor amper één koers te rijden op Amerikaanse bodem.
25 000 euro voor vier coureurs en vier stafleden. Dat is het bedrag dat Pauwels Sauzen-Bingoal betaalde voor de koers in het Amerikaanse Waterloo. "Gekkenwerk", liet ploegbaas Jurgen Mettepenningen vorige week nog optekenen bij Sporza, verwijzend naar het absurde kostenplaatje voor de Wereldbekermanche van afgelopen zondag.
Circus-ReUz-Technord, een andere Belgische formatie, reisde zelfs helemaal niet af naar Amerika vanwege de hoge kosten. Ex-crosser Dieter Vanthourenhout kaarte op X, het vroegere Twitter, het probleem aan.
"Duim omhoog voor Pauwels Sauzen-Bingoal, want zonder Amerikaanse sponsorbelangen maken zij de oversteek. Anders was het helemaal een Wereldbeker-onwaardig startveld geweest", klinkt het. "We hebben nu een Wereldbeker met negen Belgen, vijf Nederlanders en twee Zwitsers; de rest is aangevuld met Amerikanen en Canadezen. Het gaat niet de goede kant op."
World cup men with 9 Belgians, 5 Dutch and 2 Swiss riders, supplemented by Americans and canadians, things are not going in the right direction. #cyclocross https://t.co/nIfADdV4EP
— Dieter Vanthourenhout (@vanthourenhout) October 10, 2023
"In landen als Duitsland en Zwitserland, waar mooie parcoursen liggen, is er de nood om Wereldbekers te organiseren", stelde de ex-veldrijder voor als oplossing voor het probleem. Een stelling waar ook Mettepenningen zich in kan vinden.
"In Amerika zag het er in het begin veelbelovend uit, maar het publiek vindt de weg niet en het is niet eenvoudig om ter plaatse te geraken. In Europa wordt het meer beheersbaar voor ons als ploeg, want nu opereren we op de limiet", besloot de ploegbaas van Pauwels Sauzen-Bingoal.