Jean-Marie Dedecker staat bekend als iemand die niet verlegen staat om zijn (controversiële als het moet) mening te delen. Dat bleek ook nu weer het geval.
Het gras zien groeien
Want zo toonde Dedecker zich op momenten immers allesbehalve voorzichtig in zijn uitspraken, tijdens het sportjaaroverzicht van Het Nieuwsblad. Daar overliep hij samen met Frank Raes en José De Cauwer het afgelopen sportjaar. Daarin was hij enkele keren bijzonder kleinerend over de vrouwensport.
Vooraleerst over het vrouwenvoetbal. Volgens Dedecker is er daar maar weinig aan te zien: “Hetzelfde voor het vrouwenvoetbal: je ziet het gras groeien, zo traag gaat dat. Stel je voor dat ze daar nog eens herhalingen zouden geven in slow motion. En in de goal staat iemand met een dikke kont die niet tot aan de hoek geraakt… ”, klinkt het bijzonder ongevoelig.
Voor Raes was het op die moment toch even genoeg geweest: “Nu moet ik even naar het toilet”, lijkt hij zijn afgunst over de uitspraken van Dedecker toch duidelijk te maken. Maar die had ook nog wat te zeggen over het vrouwenwielrennen.
Geen profsport
Ook die sport staat immers nog niet op een goed niveau, maakt Dedecker duidelijk middels een verwijzing naar een uitspraak van Patrick Lefevere: “Hij had toch gelijk toen hij over vrouwenwielrennen zei dat hij het OCMW niet is. En toch zat iedereen op zijn kap.”
En al zeker in het veldrijden denkt Dedecker klaarblijkelijk dat we niet over een professionele sport kunnen spreken. “In het veldrijden heeft Sanne Cant de laatste vijftien BK’s gewonnen. Dan kan je toch niet spreken van een volwassen discipline?”, betrekt hij ook de afscheidnemende Belgische kampioene in zijn verhaal.
Om vervolgens andermaal controversieel uit de hoek te komen: “Op internationaal niveau winnen uitsluitend Hollandse melkmeisjes en toch zenden we dat allemaal uit. Maar als Casse het toernooi van Parijs wint, is het te duur om in het journaal tien seconden beeld te tonen.”