We lijken er een absolute wielersensatie bij te hebben in België. Dat in naam van Jarno Widar. Zowat in elke rittenkoers waar de eerstejaarsbelofte aan de start komt komt hij als winnaar uit de strijd.
Absoluut toptalent
Dat was bijvoorbeeld ook het geval in de Giro Next Gen, de Ronde van Italië voor beloften. Straks moeten ook het WK voor beloften en de Tour de L’Avenir – de Tour de France voor beloften – nog volgen. Sportief manager van Lotto Dstny Kurt Van de Wouwer gelooft rotsvast dat Widar daar zijn status extra kracht zal bij zetten.
Tegenover Het Nieuwsblad is hij dan ook lovend over de 18-jarige parel. “Zijn tijdritten zijn goed, ook op de vlakke wegen. En nogmaals, niemand van zijn leeftijd rijdt momenteel sneller bergop dan Jarno. Een toptalent? Zeer zeker. Het zou wat onnozel zijn om een renner die als eerstejaars drie belangrijke rittenwedstrijden op rij wint niet als een toptalent te beschouwen.”
Zelfs een vergelijking met ene Tadej Pogacar (op die leeftijd) lijkt niet ver weg. “Ik zit toch al een paar jaren in het wereldje, maar iemand als Jarno heb ik nog maar zelden gezien”, klinkt het bij Van de Wouwer. Bevindingen die we op die jonge leeftijd ook over de Sloveen hoorden.
Entree door de grote poort
Al willen ze hem natuurlijk nog niet meteen naar de top schrijven. “Je gaat me niet horen zeggen dat hij binnen vijf jaar de Tour de France wint, want dat is nog een ander paar mouwen. Maar dat Jarno een heel groot talent is, staat buiten kijf.”
Widar wil duidelijk ook geen stappen overslaan. “Ik heb daar na de Giro Next Gen met Jarno over gesproken en hij blijft bij zijn standpunt dat hij ook volgend jaar nog grotendeels bij de beloften wil rijden.” Maar de profs zijn niet meer ver weg.“Het is de bedoeling dat Jarno de overstap naar het profteam maakt in 2026.”
Om hem dan eerst kleinere rittenkoersen te laten afwerken, al is een entree door de grote poort niet uitgesloten. “Stel dat hij volgend jaar nog zo’n grote stap zet, dan is het best mogelijk dat we beslissen om hem in 2026 al de Vuelta te laten rijden”, besluit Van de Wouwer.
